Wie ooit wel eens een balanshouding heeft gedaan, weet dat dat niet lukt zonder 100% aandacht en concentratie. Balanshoudingen zijn daarom heel goed om heel erg in het nu te zijn. Ze helpen om je focus te oefenen en de kalmte en rust in jezelf te vinden.

Op rechts gaat het soms beter

In de yogafilosofie wordt de rechterkant van je lichaam je mannelijke kant genoemd, zowel bij mannen als vrouwen. Die kant vertegenwoordigt het naar buiten gerichte deel van jezelf, de kant met power en wilskracht. De linkerkant van je lichaam is je vrouwelijke ontvangende kant, de meer naar binnen gerichte kant. Je zult merken dat een balanshouding aan de rechterkant soms beduidend beter gaat dan aan de linkerkant, of omgekeerd. Zo merk ik zelf dat als ik les geef – en dus naar vooral naar buiten gericht ben – de danser-houding op rechts me makkelijker af gaat dan op links. En de volgende dag thuis op mijn yogamat is dat dan vaak juist andersom.

Mooie graadmeter

Een balanshouding is meestal een mooie graadmeter zijn voor hoe het op dit moment met je is: ben je onrustig, snel afgeleid of emotioneel niet zo stabiel dan merk je dat meteen terug in de houdingen. Je ‘valt’ er eerder uit dan anders.

Het is verrassend om te merken dat balanshoudingen weer heel andere aspecten in jezelf aanspreken dan bijvoorbeeld krachthoudingen. Want bij balans is meer nodig dan alleen kracht. Als je de houdingen op kracht probeert te doen, zullen ze niet zo soepel zullen gaan. Je hebt juist je focus en je zachtheid nodig om rustig een tijdje in een balanshouding te kunnen blijven staan.

De weg en het doel

Een balanshouding lang aanhouden is een hele uitdaging, maar niet het doel op zich. Het is de weg er naar toe die je veel oplevert. Steeds weer doen, je aandacht naar binnen richten, focussen, blijven staan, omvallen, weer opstaan en weer opnieuw beginnen. Het zorgt er voor dat er even geen ruimte is voor gedachten. En juist dat maakt dat het beoefenen van de balanshoudingen zo goed voelt.

Tips

Het oefenen van een balanshouding is dus heel leuk, en soms een beetje frusterend. Je wilt zo graag blijven staan, en dan val je toch weer om.

Er zijn een aantal dingen die je kunt doen om een balanshouding te oefenen en langer vol te houden. Als je je ogen richt op een vast punt voor je, en je aandacht richt op het punt dat drie vingers onder je navel ligt – je hara-punt – zul je merken dat de houdingen het makkelijkst gaan. Je ogen geven je informatie over waar je lichaam zich in de ruimte bevindt. Met je ogen dicht is het lastiger om dezelfde houding aan te nemen; dat is voor wie (nog) meer uitdaging wil.

Dansend in balans

In balans zijn is niet statisch. In de danser-houding merk je dat heel duidelijk. Bij elke kleine beweging die je maakt, verplaatst je gewicht zich iets en daardoor verandert ook steeds je balans. Je staat niet helemaal stil maar je ‘danst’ een beetje.